Wikifin is een initiatief van de

Wikifin is een initiatief van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. Lees meer over Wikifin.

hands-showing-young-plant_0.png
Aangepast op

Indexfondsen, ETF’s en trackers

Op deze pagina

Indexfondsen zijn beleggingsfondsen die zo getrouw mogelijk de prestaties van een index of benchmark proberen te weerspiegelen. Een specifieke vorm van indexfondsen geniet van een groeiende populariteit: de ETF’s. Voluit spreken we van Exchange-Traded Funds. De benaming ETF wordt meer en meer gebruikt voor indexfondsen die aan een beurs genoteerd zijn. 

Terwijl er ondertussen een zeer grote variëteit aan ETF’s bestaat, leunden de eerste ETF’s dicht aan bij de passieve beheersstijl waarbij een index nauwgezet wordt gevolgd. Vandaar dat ETF’s ook vaak “trackers” worden genoemd. 

Weetje

“Tracker” komt van het Engelse werkwoord “to track”, op de voet volgen. De eerste indexfondsen pasten immers die beheerstechniek toe. Exchange-traded is dan weer Engels voor “beursgenoteerd”.

Waarom een beursnotering?

ETF’s zijn meer liquide dan traditionele beleggingsfondsen: je kan ze dagelijks op de beurs verhandelen.

Investeringscurve met indicatoren

Soorten ETF’s

Als particuliere belegger heb je de keuze uit een ruim aanbod van indexfondsen en ETF’s. Het aanbod bestrijkt niet alleen diverse markten – aandelen, obligaties maar ook grondstoffen- en deviezenmarkten – maar omvat ook verschillende beheersstijlen, van traditioneel passief tot voluit actief. Dat grote aanbod maakt het er niet gemakkelijker op om een keuze te maken. Aarzel niet om informatie te vragen, hou een oogje op de kosten en besef dat bepaalde markten veel meer risico inhouden dan andere. Neem geen beslissingen die niet overeenstemmen met je beleggingsprofiel!

Weetje

Vele ETF’s volgen een Amerikaanse beursindex, bijvoorbeeld de Standard & Poor’s 500. Dat betekent uiteraard dat de ETF dan sterk gevoelig is aan de evolutie van de Amerikaanse economie in het algemeen en de financiële markten in het bijzonder.

Fysieke of synthetische replicatie

De meest voor de hand liggende manier voor een indexfonds om een referentie-index te volgen is om de effecten die de referentie-index volgt, ook in portefeuille te nemen. De ETF koopt dan bij of verkoopt wanneer de samenstelling van de index wijzigt. Dat noemen we fysieke replicatie

Het is ook mogelijk om via afgeleide producten de prestatie van een index of benchmark te repliceren. In dit geval is de ETF geen eigenaar van de effecten in de index, maar worden er contracten afgesloten met een tegenpartij, waarvan het voorwerp dan de onderliggende waarden zijn. Dat noemen we synthetische replicatie.

ETF’s met hefboomeffect

Sommige ETF’s gebruiken afgeleide producten niet alleen om de prestaties van een benchmark te repliceren, maar ook om het rendement van de onderliggende waarden te versterken met een bepaalde factor. Met andere woorden: als de referentie-index over een bepaalde periode met 1 % stijgt, zal een ETF met een hefboomeffect “2” niet 1 %, maar wel 2 % rendement neerzetten. Let op: dat geldt niet alleen voor de stijgingen, maar ook voor de dalingen! De periode waarover het hefboomeffect wordt berekend, is vaak één dag, maar soms ook een week of een maand. Om die doelstelling te behalen maakt de ETF gebruik van afgeleide producten of wordt er met geleend geld gewerkt. Leveraged ETF’s zijn dus uiterst risicovol. 

Een andere, even exotische vorm van ETF’s zijn “Inverse ETFs”, die zo gebouwd zijn dat ze net het tegenovergestelde doen van de index of benchmark die ze volgen. Ook hier wordt gretig gebruik gemaakt van speciale technieken zoals short selling en van afgeleide producten. Ze zijn weggelegd voor ervaren beleggers met een goede kennis van het gedrag van afgeleide producten in opwaartse en neerwaartse markten.