De FSMA en de KU Leuven lanceerden op 6 juni 2016 de Wikifin-Leerstoel Financiële Geletterdheid. De leerstoel is toegekend aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Deze leerstoel heeft als belangrijkste doel om de financiële geletterdheid in België onder de loep te nemen. Op basis daarvan kunnen het beleid en het werkveld hun activiteiten beter afstemmen op de noden in ons land. Prof. dr. Kristof De Witte is de titularis van de leerstoel en prof. dr. Geert Van Campenhout copromotor.
Prof. dr. Geert Van Campenhout: “Er is nood aan meer wetenschappelijke kennis over financiële geletterdheid. In het verleden werd er bij dat soort onderzoek vooral gepeild naar de financiële kennis van iemand. Als iemand bijv. kon zeggen hoeveel hij zou sparen als hij 2% intrest kreeg en een kapitaal van 1.000 euro had, werd ervan uitgegaan dat dit ook zou leiden tot wenselijk financieel gedrag. Nu bekijken we ook de vaardigheden van een persoon en zijn gedrag en attitudes. Een grote financiële kennis is namelijk geen garantie om goed met geld om te gaan. Er zijn ook voldoende motivatie, zelfvertrouwen en een zeker zelfbewustzijn nodig om de meest aangewezen acties te ondernemen met je kapitaal. Je kunt bijvoorbeeld wel beseffen dat het verstandig zou zijn om je lening te laten herbekijken, maar mogelijk zet je die stap niet omdat je er niet over durft te gaan praten in de bank.”
Kwetsbare groepen identificeren
De leerstoel heeft drie verschillende doelen. In de eerste plaats willen we de kwetsbare groepen wat betreft financiële geletterdheid identificeren. Daarin zien we nu al bepaalde internationale tendensen, zo spelen socio-economische achtergrond, geslacht, ervaringen met geldzaken, maar ook algemene wiskundige- en taalvaardigheden en gezinssituatie een rol. Daarnaast merken we dat er toch ook op het nationale niveau factoren zijn die bepalen of iemand al dan niet financieel geletterd is. In België speelt de migratie-achtergrond bijvoorbeeld ook een rol.
De rol van cultuur in financiële geletterdheid
Een tweede deel van de leerstoel gaat voorbij de traditionele determinanten van financiële geletterdheid (i.e. socio-economische factoren) en focust op de rol van cultuur als verklarende factor voor verschillen in financiële geletterdheid tussen landen. Waarden en normen met betrekking tot de omgang met geld worden vaak van generatie tot generatie overgedragen. De culturele context van een land speelt hierbij een bepalende rol. Zo staan de Belgen bekend als noeste spaarders. Een attitude die kinderen van hun ouders meekrijgen tijdens de opvoeding.
Koopgedrag
Het derde doel van de leerstoel is om de rol van financiële geletterdheid in het beslissingsproces van een jonge consument te onderzoeken. We maken hierbij gebruik van keuze-experimenten. In de eerste plaats willen we nagaan of jongeren met een hogere financiële geletterdheid rekening houden met andere factoren in het keuzeproces dan jongeren met een lagere financiële geletterdheid. In tweede instantie hebben we de intentie om op basis van een zogeheten ‘randomized control trial (RCT)’ het effect te meten van financiële educatie op het beslissingsproces van jongeren. Worden ze kritischere consumenten? Hebben ze meer oog voor de valstrikken van een verleidelijk consumentenkrediet? RCT-experimenten hebben als voordeel dat er steeds gebruik wordt gemaakt van een controle groep (i.e. jongeren die geen financiële educatie ontvangen) en een ‘treatment’ groep (i.e. jongeren die wel financiële educatie ontvangen). Op die manier kunnen veranderingen gerelateerd aan de financiële educatie onderscheiden worden van leerwinsten die sowieso geboekt zouden zijn.
De nieuwe inzichten zullen ook andere stakeholders helpen om hun werkzaamheden te verfijnen en uit te bouwen. Door de handen in elkaar te slaan zijn de FSMA en de KU Leuven overtuigd hier een belangrijke bijdrage aan te kunnen leveren.