Twee op drie Belgen leent. Daarnaast beschouwt twee derde van de ondervraagden vaak voorkomende vormen van krediet zoals een "goedkope" GSM met abonnement of het gebruik van een kredietkaart, niet als een krediet. Dat blijkt uit het Wikifin-onderzoek "Jouw krediet… gewikt en gewogen" gehouden bij 1000 Belgen, samen met De Tijd/L’Echo en Radio 2/Bel RTL, in het kader van De Week van het Geld. Wikifin.be is het programma financiële educatie van de FSMA. Volg De Week van het Geld via #dwvhg18.
Onderzoek: jouw krediet... gewikt en gewogen
66 % van de Belgen zegt in het Wikifin-onderzoek dat ze lenen en gemiddeld 864 euro per maand afbetalen aan die leningen. Belgen lenen dus vaak, en vooral voor grote aankopen, zoals een woning of een auto.
Opvallend: hoe hoger het inkomen, hoe groter de kans dat iemand een hypothecaire lening heeft. 71 % van de ondervraagden met een hoger inkomen geeft aan een hypothecaire lening te hebben lopen of er ooit een gehad te hebben. Bij de lagere inkomens is dat slechts 28 %.
Belgen sluiten tussen hun 24ste en 32ste hun eerste lening af. Een lening voor een woning, de meest voorkomende vorm van krediet, sluit de Belg voor het eerst op z’n 29ste af.
"GSM op krediet? Dat doen we niet!" Dat denkt de Belg toch…
Voor 63 % van de ondervraagden is een "goedkopere" GSM met vast abonnement, geen kredietvorm. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de kredietkaart aangeboden door supermarkten: 68 % van de respondenten gaf aan dat ze dat niet als lenen beschouwen. Daarnaast gaf 60 % aan dat ze een kredietkaart afgesloten bij de bank eveneens niet als een lening zien. Voor veel van de ondervraagden zijn eerder courante marktpraktijken dus verborgen kredieten.
Als het geld op de zicht- en spaarrekening niet meer toereikend is, zegt 15 % van de Belgen een kredietkaart te gebruiken. 8 % gebruikt deze ‘reserve’ om voeding te kopen. Bij lagere inkomens stijgt dat aantal tot 12 %.
Lenen doen we voornamelijk bij de bank, maar we denken ook aan familie
De bank blijft het meest overwogen kanaal om een lening bij af te sluiten: 67 % overweegt om eerst bij de bank langs te gaan voor een krediet. 13 % overweegt om bij familie te lenen. Bij de 18 tot 24-jarigen is dat aantal hoger: in die leeftijdsgroep gaf 29 % aan te overwegen om bij familie te lenen. 15 % van die leeftijdsgroep overweegt bij vrienden te lenen.
10 % meldt recent terugbetalingsproblemen, de helft weet waar in eerste instantie naartoe
1 op 10 van de ondervraagden ervoer de afgelopen vijf jaar problemen bij het terugbetalen van zijn lening(en). Bij de ondervraagden tussen 25 en 44 jaar gaf 1 op 5 aan met terugbetalingsproblemen te zijn geconfronteerd de laatste vijf jaar. Dat kan worden verklaard door de hogere leenlasten tijdens die levensfase. Gelukkig weten Belgen waar aan te kloppen bij problemen: 45 % van de ondervraagden gaf aan eerst bij de persoon of instantie te praten waar de lening is afgesloten. 26 % spreekt er eerst over met familie.
Toch is 14 % van de Belgen zich er niet van bewust dat ze bij laattijdig of niet terugbetalen van een lening op het negatieve luik van de Centrale voor kredieten aan particulieren terecht komen, de zogenaamde ‘zwarte lijst’. Van de 18 tot 24-jarigen is 31 % zich niet bewust dat ze bij wanbetaling aan dit register toegevoegd worden.