Sta je op het punt te beleggen? Let op, en ontdek hier hoe fraudeurs te werk gaan.
Bescherm jezelf tegen beleggingsfraude met onze tips of doe de fraudetest!
Sta je op het punt te beleggen? Let op, en ontdek hier hoe fraudeurs te werk gaan.
Bescherm jezelf tegen beleggingsfraude met onze tips of doe de fraudetest!
Was je werknemer of zelfstandige, dan kan je gezinssituatie een impact hebben op het bedrag van je pensioen. Er gelden dan twee tarieven: het alleenstaanden- (60 %) en het gezinstarief (75 %).
Je moet gehuwd zijn. Het gezinstarief geldt dus niet voor wettelijk samenwonenden.
Je echtgenoot of echtgenote mag zelf geen of weinig pensioenrechten hebben en geen uitkeringen (werkloosheid, ziekenfonds …) ontvangen. Hij of zij mag wel werken zolang zijn of haar inkomsten een bepaald plafond niet overschrijden.
Hebben jij en/of je echtgenoot of echtgenote recht op een pensioen als werknemer of zelfstandige, dan berekent de Pensioendienst automatisch de meest gunstige situatie. Ofwel ontvangt een van beiden een pensioen tegen gezinstarief, ofwel ontvangen jullie beiden een pensioen tegen het tarief voor alleenstaanden.
Als je echtgenoot of echtgenote overlijdt, kan je een overlevingspensioen aanvragen. Dat wordt dan berekend op basis van zijn of haar beroepsactiviteit in België als werknemer, zelfstandige of ambtenaar en zijn of haar beroepsactiviteit als werknemer in het buitenland voor een Belgische werkgever.
Sinds 2015 is de wetgeving rond het overlevingspensioen grondig gewijzigd door de invoering van een overgangsuitkering. Wie niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarden om al een overlevingspensioen te krijgen, krijgt nu eventueel toch recht op een overgangsuitkering gedurende:
Kinderen die in het kalenderjaar van overlijden 13 jaar worden, beschouwen we voor het hele jaar als 13-jarige.
Opgelet! Om de volledige periode te ontvangen, moet je je aanvraag binnen de 12 maanden na het overlijden indienen. Als je je aanvraag laattijdig indient, dan ontvang je je overgangsuitkering voor een kortere periode.
Werkte je echtgenoot of echtgenote als werknemer of als zelfstandige, dan moet je je aanvraag indienen bij de bevoegde dienst van je gemeente of je pensioeninstelling. Neem je identiteitskaart en trouwboekje mee.
Je dossier wordt niettemin automatisch onderzocht als je echtgenoot of echtgenote op het moment van zijn of haar overlijden reeds een pensioen ontving of zelf al een pensioenaanvraag had ingediend.
Was je echtgenoot of echtgenote ambtenaar, dan moet de aanvraag worden ingediend bij zijn of haar laatste werkgever. Ken je die niet? Richt je tot de Pensioendienst - Ambtenarenpensioenen (FPD). Was je echtgenoot of echtgenote al met pensioen, dan opent de FPD automatisch een dossier voor een overlevingspensioen.
Hoe je overlevingspensioen wordt berekend, hangt af van het arbeidsstatuut van je overleden echtgenoot of echtgenote.
Ben je gescheiden? Dan heb je in bepaalde gevallen recht op een rustpensioen, berekend op basis van de loopbaan als werknemer van je ex-huwelijkspartner. Je kan dit pensioen cumuleren met je eigen rustpensioen.
Kinderen hebben geen invloed op je wettelijk pensioen.
Bij de berekening van je pensioen wordt enkel rekening gehouden met de periodes waarin je hebt gewerkt.
Hoe zit dat dan met de verlofperiodes, zoals het ouderschapsverlof? En wat als je deeltijds hebt gewerkt? Of als je tijdskrediet of een loopbaanonderbreking nam?
Heel wat verlofformules worden met een gewerkte periode gelijkgesteld en hebben dus geen negatieve gevolgen voor je pensioen. Dat is het geval voor zwangerschapsverlof, ziekteverlof, ouderschapsverlof, vaderschapsverlof en adoptieverlof als je daarvoor een wettelijke uitkering ontvangt.
Deeltijdse arbeid kan wél negatieve gevolgen hebben als aan bepaalde voorwaarden niet werd voldaan. Dat geldt ook voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking bij ambtenaren.
Laat je informeren over eventuele gevolgen voor je pensioen vóór je dergelijke verlofformules overweegt. Die eventuele gevolgen hoeven je niet af te schrikken, maar het is belangrijk dat je je ervan bewust bent vóór je verlof aanvraagt.
Ook voor zelfstandigen worden voor de berekening van het pensioen bepaalde verlofperiodes met arbeidstijd gelijkgesteld.
Je kan je studiejaren inderdaad "afkopen" door er sociale bijdragen voor te betalen. Het kan gaan om de jaren die je aan een universiteit of een hogeschool doorbracht. Als je dat doet, worden je studiejaren meegeteld voor de berekening van je wettelijk pensioen. Die mogelijkheid kan interessant zijn als je een beroep uitoefent waarvoor je lang moest studeren.
Voorwaarden
Sinds 1 december 2017 is de wetgeving over de regularisatie van de studieperioden sterk gewijzigd. Deze hervorming zorgde voor een harmonisering van de regels tussen de pensioenstelsels van werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Voor meer info klik hier.
Via www.mypension.be kan je een raming opvragen van hoeveel je zou moeten betalen om studiejaren te regulariseren. Het goedkoopste is om te regulariseren binnen de tien jaar nadat je bent afgestudeerd.
We kunnen drie periodes onderscheiden:
Onder bepaalde voorwaarden worden periodes van inactiviteit of deeltijdse arbeid (geheel of gedeeltelijk) met effectieve arbeidsperiodes gelijkgesteld. We spreken in dat verband over "gelijkgestelde periodes". Met die periodes wordt rekening gehouden bij de berekening van je pensioen. Ze hebben dus geen ingrijpend negatieve gevolgen hebben voor je pensioen.
Nee. Als gepensioneerde verlies je je sociale uitkering op het moment dat je je eerste pensioen ontvangt. Dat geldt voor:
Ontvang je een sociale uitkering, dan moet je die aangeven aan je pensioeninstelling. Daarvoor kan je het gepaste formulier downloaden, invullen en doorsturen naar de FPD als je een pensioen als loontrekkende ontvangt óf naar het RSVZ als je een pensioen als zelfstandige ontvangt.
Diezelfde procedure geldt als je echtgenoot of echtgenote een uitkering ontvangt, terwijl je recht hebt op een gezinspensioen.
Wees voorzichtig. Het niet aangeven van sociale uitkeringen leidt onmiddellijk tot sancties. Zo wordt je pensioen opgeschort tijdens de maanden waarin je een andere sociale uitkering ontvangt. Zelfs als die maar voor één dag is.
Als je echtgenoot of echtgenote een sociale uitkering ontvangt terwijl je ook recht zou hebben op een gezinspensioen, dan wordt dit herleid tot een pensioen voor alleenstaanden.
Het overlevingspensioen kan gedurende een periode van twaalf maanden (volledig of onvolledig, al dan niet op elkaar volgend) met een sociale uitkering worden gecumuleerd. In dat geval wordt het bedrag van het overlevingspensioen beperkt. Vul daarvoor het formulier in, laat het ondertekenen door je ziekenfonds of de RVA en stuur het door naar je pensioeninstelling.
Het stelsel "werkloosheid met bedrijfstoeslag" (brugpensioen), vervangt sinds 1 januari 2012 het systeem voor vervroegd pensioen. Het geeft sommige oudere werknemers na ontslag recht op een bijkomende vergoeding van hun voormalige werkgever of sectoraal fonds. Zij ontvangen die vergoeding bovenop hun werkloosheidsuitkering.
Je moet ontslagen zijn, recht hebben op een werkloosheidsuitkering, vallen onder een collectieve overeenkomst waarin werkloosheid met bedrijfstoeslag is voorzien én voldoen aan de voorwaarden qua leeftijd en loopbaan.
Voldoe je aan alle toekenningsvereisten, dan kan je maandelijks een dubbele uitkering ontvangen:
Voor een nauwkeurige berekening van de vergoeding waarop je recht hebt, kan je terecht bij de RVA.
Werklozen met bedrijfstoeslag ontvangen het bedrag van de bedrijfstoeslag maandelijks tot ze 65 zijn. Dat blijft zo, zelfs indien ze opnieuw aan het werk gaan. Dat laatste moet dan wel bij een nieuwe werkgever gebeuren. Meer informatie over werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Ontvang je een werkloosheidsvergoeding met bedrijfstoeslag, dan mag je die toeslag houden als je toch een nieuwe werkgever vindt.
De pensioenbonus is afgeschaft sinds 1 januari 2015. Voor wie voordien een bonus kreeg, verandert niets.