Wikifin is een initiatief van de

Wikifin is een initiatief van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. Lees meer over Wikifin.

hands-showing-young-plant_0.png
Aangepast op

Hoe obligaties kopen en verkopen?

Op deze pagina

Waar obligaties kopen en verkopen?

De plaats waar je obligatie genoteerd wordt hangt af van het moment wanneer je ze aankoopt. Je kan obligaties kopen:

  • Ofwel op de primaire markt wanneer een onderneming of een overheid beslist om er uit te geven.
  • Ofwel op de secundaire markt. Je kan obligaties kopen die al een tijd geleden zijn uitgegeven. Je koopt ze dan niet van de onderneming of de overheid zelf maar van iemand die zijn obligaties wenst te verkopen.

Je doet een dergelijke transactie bijna altijd via je bankier of financieel tussenpersoon. Vraag hem daarom voldoende informatie over wat je precies koopt.

Hoe wordt de obligatiekoers bepaald?

De prijs voor een obligatie wordt op twee manieren bepaald:

  • Uitgifte van de obligatie

    Wanneer je obligaties op de primaire markt koopt, betaal je bij uitgifte een vooraf bepaalde prijs die dicht bij de nominale waarde van de obligatie ligt.
  • Notering op de secundaire markt

    Tijdens de looptijd van de obligatie schommelt de waarde ervan dagelijks op de beurs, vooral onder invloed van:
    • De financiële gezondheid van de onderneming of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven. Indien die sterk verslechtert tijdens de looptijd van de obligatie, daalt de waarde ervan. Het omgekeerde is ook mogelijk.
    • De evolutie van de marktrentes. Stel: Je hebt een obligatie van 10 000 euro die nog vijf jaar loopt aan een jaarlijkse intrest van 5 %. Op hetzelfde moment komen de marktrentes met moeite boven 2 % uit. Dan zullen er veel mensen geïnteresseerd zijn om je obligatie over te kopen en de koers ervan zal stijgen. Andersom geldt die redenering natuurlijk ook.

Weetje

Als alle marktrentes dalen, stijgen de obligatiekoersen. Ook het omgekeerde is waar.

Wat is de nominale waarde van een obligatie?

Als een obligatie voor de eerste keer wordt uitgegeven, krijgt ze een waarde toegekend. Dit is haar "nominale waarde". Als een onderneming

1 000 000 euro nodig heeft kan ze 1000 obligaties uitgeven waarvan de nominale waarde 1000 euro is.

Het is niet altijd het bedrag dat je effectief moet betalen om de obligatie te kunnen kopen. Soms betaal je iets meer of iets minder dan 100 % van de nominale waarde, bijvoorbeeld 99,50 % of 101 %. Dat is de uitgifteprijs. Het verschil met de nominale waarde noemen we de uitgiftepremie.

Op de eindvervaldag krijg je je geld terug. Dat is meestal de nominale waarde.

Wat is een koers onder en boven pari?

Zodra uitgegeven worden obligaties op de beurs op de secundaire markt verkocht. De beurskoers van een obligatie wordt steeds uitgedrukt als een percentage van de nominale waarde. Als een obligatie met een nominale waarde van 2000 euro noteert aan 104 %, wil dat zeggen dat je 2080 euro moet betalen om ze te kopen.

Een obligatie die boven de 100 % noteert, noteert 'boven pari'. Een obligatie die onder de 100 % noteert, staat "onder pari". 

Wat is de verlopen intrest?

Als je een obligatie koopt op de secundaire markt doe je dat zelden op de dag dat de intrest wordt uitbetaald. Daarom moet je ook rekening houden met verlopen intrest. Dat is de intrest tussen de dag waarop je de obligatie koopt en de dag van de laatste intrestbetaling. Die intresten komen nog toe aan de verkoper.

Voorbeeld: Stel dat je op 1 juli een obligatie koopt die 1 januari als coupondatum heeft

Er is dan een verlopen intrest van 6 maanden. De verkoper van de obligatie heeft recht op die 6 maanden intrest omdat hij de obligatie zo lang in bezit heeft gehad. In ons voorbeeld zal de koper dus 20 euro verlopen intrest moeten betalen aan de verkoper. De verkoper zal dan die 20 euro, min de roerende voorheffing daarop, ontvangen.

Let op: Alle obligaties noteren aan een prijs die geen rekening houdt met die gelopen intrest.

Wikifin-tip

Als je beslist om een obligatie te kopen, moet je rekening houden met de prijs, de looptijd, de rating, de geadverteerde intrestvoet én de gelopen intrest ervan.