Vertrekkende van een eenvoudige probleemstelling berekenen de leerlingen hoeveel alle aankopen voor een verJaardagsfeestje gekost hebben. Ze berekenen of de Jarige organisatoren voldoende geld hebben om hun aankopen te betalen. Ze berekenen het wisselgeld dat de Jarigen aan de kassa terugkrijgen indien ze betalen met € 50.
Aan de hand van een kort stripverhaal brengen leerlingen inkomsten en uitgaven in kaart. Ze gaan na of ze iets kunnen aanpassen. Ze maken een kleine budgetoefening. Aan de hand van vragen ga je met de klas nog wat verder in op hun geldgedrag.
De kinderen leren een budget te beheren en keuzes te maken. Als aanvulling op het spel maken ze kennis met het begrip sparen en verschillende spaarvormen.
De kinderen leren een budget te beheren en om keuzes te maken. Als aanvulling op het spel maken ze kennis met het budget van een overheid (Belgische of Vlaamse overheid) en staan ze stil bij de belangrijkste posten van dit budget en de manier waarop deze posten tot stand komen.
Eenvoudige probleemstelling waarbij de leerlingen nadenken over wat Alex van de menukaart kiest. Voor wie is het interessant om een menu of speciale promotie te kiezen dan wel om afzonderlijke gerechtjes te bestellen?
Aan de hand van eenvoudige berekeningen kunnen de leerlingen de eenheidsprijs, totaalprijs of de prijsverschillen bepalen. Ze berekenen ook hoeveel er uiteindelijk moet betaald worden.
De leerlingen lezen een artikel over het geleidelijk aan verwijderen van frisdankautomaten op school en ze beantwoorden een aantal vragen. Zullen ze minder frisdrank kopen? Hoe zouden zij het probleem aanpakken van teveel suiker op school? Welke alternatieven stellen ze voor?