De meeste Belgen beschikken over een spaarrekening. In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het om een gereglementeerde spaarrekening. Deze spaarrekeningen moeten voldoen aan strikte voorwaarden die in de wet zijn vastgelegd. Ze zijn alleen belastbaar als de rente in totaal meer dan 1020 euro bedraagt op jaarbasis. Dit betekent dat je vrijgesteld bent van belasting voor alle ontvangen rente onder 1020 euro. Voor renten van meer dan 1020 euro moet je echter 15 % roerende voorheffing betalen.
De rentevrijstelling van 1020 euro geldt per belastingplichtige, niet per rekening. Je moet dus alle rente op al jouw spaarrekeningen bij elkaar optellen:
- Als het bedrag niet hoger is dan 1020 euro, hoef je niets te doen en niets te betalen.
- Als het bedrag hoger is dan 1020 euro en er al voldoende roerende voorheffing is ingehouden op je spaarrekening, hoef je niets te doen.
- Als het bedrag hoger is dan 1020 euro, maar de roerende voorheffing niet (of onvoldoende) van je spaarrekeningen is afgetrokken, dan moet je het bedrag aan renten aangeven dat aan de roerende voorheffing had moeten worden onderworpen, dat wil zeggen het bedrag dat hoger is dan 1020 euro.
- Staat de rekening op naam van twee gehuwden of wettelijke samenwonenden, dan bedraagt de vrijstelling 2040 euro per jaar.
De renten van niet gereglementeerde spaarrekeningen zijn onderworpen aan een belasting van 30 % (roerende voorheffing) vanaf de eerste eurocent die je int.