Er bestaan twee types hospitalisatieverzekering: de individuele en de collectieve. Ook al bieden ze gelijkaardige dekkingen, de impact op je huishoudbudget verschilt soms fors.
De individuele hospitalisatieverzekering
Bij een individuele hospitalisatieverzekering sluit je als natuurlijke persoon zelf een contract af met de verzekeringsmaatschappij of de VMOB.
Verzekeringsmaatschappijen van onderlinge bijstand, VMOB zijn mutualistische verenigingen die verzekeringsproducten geneeskundige verzorging aanbieden.
Als je een dergelijke polis wil afsluiten, moet je een aantal vragen over je gezondheidstoestand beantwoorden. Meestal gebeurt dat in de vorm van een medische vragenlijst. Misschien word je ook gevraagd om je door een arts, die je zelf kiest, te laten onderzoeken, met bijvoorbeeld een bloedafname. Zo kan je verzekeraar of VMOB het risico correct inschatten.
Je kan altijd weigeren bepaalde informatie door te geven, maar dan kan de verzekeringsmaatschappij op haar beurt weigeren om een contract af te sluiten. Probeer je bij het sluiten van je contract informatie over je gezondheidstoestand achter te houden, dan loop je het risico dat je verzekeraar bij een schadegeval weigert je te vergoeden. Meer informatie over het soort medische vragen dat je kan krijgen, lees je in de brochure van Assuralia, de beroepsvereniging voor verzekeringsondernemingen.
In je verzekeringscontract kan een wachttijd opgenomen zijn, bijvoorbeeld drie maanden. In dat geval ben je pas gedekt vanaf het begin van de vierde maand na de ondertekening van het contract.
Je verzekeraar of VMOB kan de premie en de franchise van de hospitalisatieverzekering jaarlijks indexeren. Dat moet dan wel volgens wettelijke regels. De indexeringsmethode moet ook op de factuur en in de algemene voorwaarden toegelicht worden. Je verzekeraar of VMOB moet jou bij de ondertekening van het contract een exemplaar van de algemene voorwaarden bezorgen.
Een eenzijdige verhoging van de premies door je verzekeraar of VMOB kan, afgezien van de indexering, niet. Willen ze dat toch doen, dan moeten ze hiervoor een expliciete aanvraag doen volgens een strikte procedure bij de Nationale Bank van België.