Leerlingen kunnen biljetten en muntstukken herkennen en er vlot mee werken. De leerlingen kunnen aankopen doen en weten welke briefjes en of geldstukken ze moeten terugkrijgen. De leerlingen ontdekken een aantal echtheidskenmerken van geld waardoor ze echt geld van vals geld kunnen onderscheiden.
Vertrekkende van een eenvoudige probleemstelling berekenen de leerlingen hoeveel alle aankopen voor een verJaardagsfeestje gekost hebben. Ze berekenen of de Jarige organisatoren voldoende geld hebben om hun aankopen te betalen. Ze berekenen het wisselgeld dat de Jarigen aan de kassa terugkrijgen indien ze betalen met € 50.
De leerlingen vertrekken vanuit een reportage waarin ze geconfronteerd worden met het feit dat jongeren vatbaar zijn voor reclame. Ze leren verschillende populaire en minder populaire marketingkanalen kennen en testen in welke mate ze vatbaar zijn voor deze technieken Aan de hand van diverse oefeningen rond verkooptechnieken, kortingen, … wordt dit onderwerp uitgediept.
Leerlingen analyseren informatie over zakgeld aan de hand van tekst, grafieken en rapporten. Ze maken aan de hand van een som zakgeld een klein budget op en stellen dit grafisch voor. Leerlingen analyseren informatie over “het zakgeld in België” aan de hand van tabellen, grafieken en teksten. Ze toetsen het gegeven cijfermateriaal af met hun eigen situatie. Met een som zakgeld maken ze een klein budget op en stellen dit grafisch voor.
Aan de hand van oefeningen (cijfermateriaal, reflecties, concrete voorbeelden, artikels, ...) leren de leerlingen de overheid en de inkomsten en uitgaven van de overheid kennen. Hiermee gaan ze verder aan de slag.
Aan de hand van een educatief spel leren de leerlingen spelenderwijs een startersbudget te beheren.
Er wordt verder ingegaan op verschillende types budgetposten.