Leerlingen analyseren informatie over zakgeld aan de hand van tekst, grafieken en rapporten. Ze maken aan de hand van een som zakgeld een klein budget op en stellen dit grafisch voor. Leerlingen analyseren informatie over “het zakgeld in België” aan de hand van tabellen, grafieken en teksten. Ze toetsen het gegeven cijfermateriaal af met hun eigen situatie. Met een som zakgeld maken ze een klein budget op en stellen dit grafisch voor.
Aan de hand van oefeningen (cijfermateriaal, reflecties, concrete voorbeelden, artikels, ...) leren de leerlingen de overheid en de inkomsten en uitgaven van de overheid kennen. Hiermee gaan ze verder aan de slag.
De leerlingen starten met cijfers over jongeren en hun smartphones en gaan dieper in op prijzen van smartphones en telecomabonnementen. Ten slotte worden de eigenschappen van koppelverkoop bij smartphones besproken aan de hand van een kort rekeningvoorbeeld.
De leerlingen maken kennis met 3 zeer verschillende spaar- en beleggingsproducten (spaarrekening, aandeel, staatsbon) en vergelijken deze financiële producten op vlak van rendement, risico en liquiditeit.
Eenvoudige probleemstelling waarbij de leerlingen nadenken over wat Alex van de menukaart kiest. Voor wie is het interessant om een menu of speciale promotie te kiezen dan wel om afzonderlijke gerechtjes te bestellen?
Vertrekkende van een eenvoudige probleemstelling berekenen de leerlingen hoeveel alle aankopen voor een verJaardagsfeestje gekost hebben. Ze berekenen of de Jarige organisatoren voldoende geld hebben om hun aankopen te betalen. Ze berekenen het wisselgeld dat de Jarigen aan de kassa terugkrijgen indien ze betalen met € 50.