Aan de hand van een concrete casus vullen de leerlingen een krediet aanvraagformulier in. De leerlingen begrijpen waarom bepaalde gegevens opgevraagd worden en discussiëren daarover in groep.
De leerlingen leren over financiële markten en verschillende beleggingsproducten: aandelen, obligaties, beleggingsfondsen. Ze analyseren gedetailleerde productfiches.
Leerlingen brengen de rol van een bank in kaart aan de hand van informatie uit een stripverhaal en artikels. Aan de hand van de artikels ontdekken leerlingen ook de begrippen nominale en reële rente, geldcreatie en de rol van de centrale bank.
De kinderen leren een budget te beheren en keuzes te maken. Als aanvulling op het spel maken ze kennis met het begrip sparen en verschillende spaarvormen.
De kinderen leren een budget te beheren en om keuzes te maken. Als aanvulling op het spel maken ze kennis met het budget van een overheid (Belgische of Vlaamse overheid) en staan ze stil bij de belangrijkste posten van dit budget en de manier waarop deze posten tot stand komen.
Alex en Kato gaan naar de koopjes om te kunnen genieten van de solden. Leerlingen rekenen na of de betalingen van Alex en Kato correct zijn. Ze vertrekken van een eenvoudige probleemstelling waarbij ze moeten rekenen met percentages om de oplossing te vinden.