Vertrekkende van een eenvoudige probleemstelling berekenen de leerlingen hoeveel alle aankopen voor een verJaardagsfeestje gekost hebben. Ze berekenen of de Jarige organisatoren voldoende geld hebben om hun aankopen te betalen. Ze berekenen het wisselgeld dat de Jarigen aan de kassa terugkrijgen indien ze betalen met € 50.
Aan de hand van een kort stripverhaal brengen leerlingen inkomsten en uitgaven in kaart. Ze denken na over de inkomsten en de uitgaven van het personage en hoe ze dit kunnen aanpassen. Wat met hun inkomsten en uitgaven? Ze denken verder na over geldgedrag.
Op basis van een korte video maken de leerlingen kennis met verschillende betaalmiddelen en denken ze na over welk betaalmiddel er in welke situatie best gebruik wordt.
De kinderen leren een budget te beheren en keuzes te maken. Als aanvulling op het spel maken ze kennis met het begrip sparen en verschillende spaarvormen.
Om een verJaardagsfeestje te organiseren moet er van alles gekocht worden. Maar wat zal dat allemaal kosten? Heeft Tom hiervoor voldoende geld? En wanneer Tom met een briefje van € 20 betaalt aan de kassa, hoeveel zal de winkelier hem dan terugbetalen?
Op basis van het verhaal “De pen van Julie” begrijpen de leerlingen het verschil tussen een behoefte hebben aan iets en zin hebben in iets. Er wordt een gesprek rond aankoopgedrag gestart: is het nodig om elk Jaar een nieuwe pen te kopen?
Leerlingen ontdekken het thema risico's en verzekeringen aan de hand van verschillende oefeningen. Is een verzekering nodig bij de aankoop van een bromfiets of eerste auto? Je gaat op kamp of organiseert een fuif, wat indien er iets misloopt? Ze maken kennis met oefeningen uit de tool Beterzeker, ontwikkeld door Assuralia, de Belgische beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen.
Hoe behoud ik overzicht over mijn inkomsten en uitgaven? Ontdek in deze video eenvoudige tips om een goed overzicht te krijgen op jouw inkomsten en uitgaven.