Beleggingen in België: de verschillende belastingen
De fiscus komt bij de verschillende fases van het sparen en beleggen kijken:
- Wanneer je een beleggingsproduct (aandelen, obligaties, beleggingsfondsen ...) koopt of verkoopt, moet je vaak een taks op beursverrichtingen betalen.
- Krijg je intresten of dividenden, dan betaal je meestal roerende voorheffing.
- Wanneer je stortingen voor een individuele levensverzekering, een groepsverzekering of pensioensparen hebt vermeld op je jaarlijkse belastingaangifte, zal je op het einde van de rit belastingen moeten betalen op de uitbetaling van die spaarvormen. De uitleg daarover vind je terug in de Wikifin-rubriek over die producten.
De beurstaks (TOB)
De beurstaks (TOB) is een belasting die je bank of beursvennootschap je zal aanrekenen wanneer je financiële effecten aankoopt of verkoopt. De TOB is niet van toepassing op de inschrijving op aandelen of obligaties op het ogenblik dat ze uitgegeven worden.
Deze taks wordt berekend als een percentage van de prijs. Er zijn drie tarieven, die afhangen van het soort van beleggingsproduct dat je koopt of verkoopt:
Het tarief van 0,12 % (max 1300 euro) geldt voor:
- Obligaties, zowel van publieke overheden als van privébedrijven wanneer ze gekocht of verkocht worden op de secundaire markt.
- Aandelen van gereglementeerde vastgoedvennootschappen of GVV’s, zie daarvoor deze lijst.
- Aandelen van beleggingsvennootschappen en fondsen (“instellingen voor collectieve beleggingen”), behalve kapitalisatieaandelen. Dat zijn fondsen die zijn ingeschreven op een van deze lijsten op de FSMA-website of op een dergelijke lijst in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER). Daar behoren dus aandelen van trackers toe, voor zover ze op zo’n lijst zijn opgenomen.
- Aandelen van fondsen die als AIFM zijn geregistreerd bij de FSMA (wet van 19 april 2014).
- Certificaten die betrekking hebben op aandelen of obligaties die zijn uitgegeven door personen die in België zijn gevestigd (zoals bijv. door platformen voor crowdfunding).
Voor beleggingsvennootschappen met kapitalisatieaandelen, die dus geen dividenden uitkeren, geldt een tarief van 1,32 % (max 4000 euro) bij de aan- en verkoop alsook bij de inkoop van eigen aandelen door de beleggingsvennootschap.
Het tarief van 0,35 % (max 1600 euro) geldt voor de aankoop en verkoop van:
- Aandelen
- Vastgoedcertificaten
- Aandelen of deelbewijzen van beleggingsvennootschappen en -fondsen, of trackers die niet zijn opgenomen op een lijst van een financiële autoriteit van de EER.
- Alle andere effecten waarvoor geen bijzondere TOB geldt (warrants, turbo’s).
Er zijn ook een aantal beleggingsinstrumenten waarop de TOB niet van toepassing is, omdat het eigenlijk om contracten gaat en niet om effecten: opties, futures, CFD’s, swaps …
Je vindt het bedrag van de ingehouden TOB terug op de afrekening (het borderel), die je bank of beursvennootschap je bij iedere aankoop of verkoop bezorgt. Als je bv. aandelen koopt voor 10 000 euro, zal je 35 euro TOB betalen. Hou er rekening mee dat je bij de verkoop opnieuw TOB moet betalen.
Wanneer je een buitenlandse rekening hebt, ben je als Belgische belastingplichtige onderworpen aan de TOB. Je moet die dan zelf uiterlijk op de laatste werkdag van de tweede maand die volgt op de transactie doorstorten volgens de procedure die je hier vindt. Het kan ook dat je buitenlandse bank de taks voor jou int en doorstort. Informeer bij je bank.
De Belgische roerende voorheffing
Op de meeste dividenden en intresten die je ontvangt, betaal je een roerende voorheffing van 30 %.
De bank of de onderneming die je intresten of dividenden betaalt, stort de roerende voorheffing door aan de fiscus. Je krijgt de nettobedragen: de (bruto) intresten of dividenden verminderd met de afgehouden roerende voorheffing. Die roerende voorheffing is bevrijdend: je betaalt op die dividenden en intresten geen andere belastingen meer. Daarom moet je ze ook niet vermelden op je belastingaangifte.