Als je overweegt een eigen zaak op te richten, dan moet je beslissen of je daarvoor een vennootschap (rechtspersoon) opricht. Je kan immers ook zonder vennootschap aan de slag, in een éénmanszaak (zelfstandige natuurlijke persoon).
Met een eenmanszaak kan je snel van start gaan: de administratie en de kosten om je activiteit op te richten zijn minimaal. Een vennootschap oprichten vraagt meer inspanningen en geld. Elke formule heeft voor- en nadelen.
Om te beslissen of je kiest voor een eenmanszaak of een vennootschap, zal je verschillende criteria in overweging moeten nemen, zoals:
- welke activiteit je wil uitoefenen;
- of je alleen aan de slag gaa of met anderen samenwerkt;
- hoeveel geld je nodig hebt;
- de belastingen die je zal moeten betalen;
- het risico dat je al je privébezittingen verliest door je zelfstandig beroep.
Op de website van de FOD Economie vind je een uitgebreide omschrijving van het verschil tussen een eenmanszaak en een vennootschap (p53).
Je staat er niet alleen voor om hierover te beslissen. Een boekhouder, een notaris of een andere expert waarin je vertrouwen hebt, kan je hierbij helpen. Ook verschillende gespecialiseerde organisaties, zoals Agentschap Ondernemen, Unizo, NSZ, Dyzo, ... kunnen je helpen om je zaak op te starten en je verder te begeleiden.
Denk zeker na over volgende thema’s:
- Je aansprakelijkheid
- Van waar komen de centen om te investeren?
- Sociale zekerheid, een verplichting die jezelf beschermt
- Je eigen zaak en de belastingen
Veronderstel dat je start met een eenmanszaak, dus zonder vennootschap. Je leent geld bij de bank of bij vrienden. De zaken lopen echter minder goed dan verwacht. Je kan je leningen niet terugbetalen. Dan zal je eventueel al je privébezittingen moeten verkopen om die schulden terug te betalen. Dat heet "onbeperkte aansprakelijkheid". Die aansprakelijkheid kan ertoe leiden dat je schuldeisers je woning laten verkopen om zo hun schulden terugbetaald te zien. Om dat te vermijden kan je een “verklaring van niet-vatbaarheid voor beslag” afleggen bij een notaris. Overweeg die mogelijkheid, ook als je zelfstandige activiteit enkel een bijberoep is, of wanneer je gepensioneerd bent en nog wat bijklust als zelfstandige.
Meer info over de bescherming van de privéwoning tegen beslag.
Schuldeisers kunnen overigens ook aankloppen bij je echtgenoot of echtgenote om jouw schulden terug te eisen. Of ze daarin slagen, hangt mee af van de inhoud van je huwelijkscontract.
Heb je een vennootschap, dan kan je het mogelijke verlies in principe beperken tot het geld dat je in die vennootschap hebt gestoken. Je aansprakelijkheid is dan beperkt. Hierop bestaan echter uitzonderingen.
Van waar komen de centen om te investeren?
Bij de start van een zelfstandige activiteit heb je heel wat nodig: een voertuig, een computer, werkmateriaal, een gebouw, … Daarom moet je geld investeren in je eigen zaak. Van bij de start heb je ook centen nodig om de rekeningen te betalen, terwijl er misschien weinig inkomsten zijn.
Hoeveel je zelf moet investeren in je eigen zaak, ligt niet vast. Het Vlaams Agentschap Ondernemen schrijft dat 20 à 40% aan eigen middelen op het totaal kapitaal dat je nodig hebt een realistisch cijfer is, maar het kan ook 10% zijn. Wees er dus op voorbereid dat je zelf een deel van de investering zal moeten betalen.
Om voldoende geld bij elkaar te sprokkelen kan je eventueel een beroep doen op familie en vrienden. Ze kunnen geld ter beschikking stellen en voor een deel eigenaar van je zaak worden. Ze kunnen ook geld aan je lenen.
Je kan ook terecht bij een bank voor startkapitaal. Als je bij de bank gaat lenen, zal je zeker een uitgewerkt businessplan voor je zaak moeten voorleggen. De bank vraagt vaak ook waarborgen voor het risico dat zij neemt.
Denk eraan dat de overheid startende ondernemingen een financieel duwtje in de rug kan geven. Informeer je of je hierop een beroep kan doen.
En misschien hoorde je van crowdfunding: een alternatieve manier om aan startkapitaal te geraken zonder bij de bank te moeten aankloppen.
Sociale zekerheid, een verplichting die jezelf beschermt
Als zelfstandige moet je zelf instaan voor je sociale zekerheid. Door je aan te sluiten bij een sociale verzekeringsfonds en elke drie maanden correct sociale bijdragen te betalen, ben je in orde. Wanneer je de sociale verzekeringsbijdragen correct betaalt, heb je als zelfstandige recht op pensioen, kinderbijslagen, terugbetaling van gezondheidszorgen en een vervangingsinkomen bij ziekte. Vrouwelijke zelfstandigen hebben recht op betaald moederschapsverlof.
De hoogte van de bijdragen die je moet betalen, is afhankelijk van je inkomen als zelfstandige gedurende de voorbije drie jaar. Startende zelfstandigen betalen sociale bijdragen op het inkomen dat ze verwachten te zullen verdienen.
Een lijst van de sociale verzekeringsfondsen vind je op de website van RSVZ. Je kan ook terecht bij de Nationale Hulpkas voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.
Je eigen zaak en de belastingen
Als zelfstandige moet je belastingen betalen op de opbrengsten van de zelfstandige activiteit. Je moet ook bepaalde taksen betalen en misschien een btw-aangifte doen. Je moet bovendien ook een correcte boekhouding voeren.
Er is een groot verschil tussen de fiscaliteit voor een eenmanszaak en die voor een vennootschap. Bij een eenmanszaak zal de winst van de onderneming belast worden via de personenbelasting. De belasting wordt berekend op je netto beroepsinkomen (= beroepsinkomsten - beroepsuitgaven). Het percentage belastingen dat je moet betalen, verhoogt naarmate je netto beroepsinkomen stijgt. Het is een zogenaamde progressieve belasting. Hoe meer je verdient, hoe hoger het percentage belastingen dat je zal betalen.
Vennootschappen betalen vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting wordt berekend op de winst van de vennootschap. Hier wordt dus niet gekeken naar wat de vennoten zelf verdienen, maar naar de winst van de vennootschap in zijn geheel. De vennootschapsbelasting werkt met een eenvormig tarief van maximaal 33,99%. Er bestaan voor sommigen ook verlaagde tarieven.
Als zaakvoerder of vennoot van een vennootschap kan je soms voor je werk via een loon vergoed worden. Je werkt dan met andere woorden in dienstverband. Dat loon komt terecht in je personenbelasting. Je vennootschap kan ook een deel van haar winst aan jou en de andere eigenaars uitkeren in de vorm van een dividend. Daar moet roerende voorheffing op betaald worden. Het is de vennootschap die de roerende voorheffing betaalt. Het tarief van de roerende voorheffing bedraagt 30%.
Je hebt het al begrepen: de fiscaliteit rond een eigen zaak is erg ingewikkeld. Laat je daarom bijstaan door een specialist, zoals een boekhouder.
Onder het motto ‘goed begonnen is half gewonnen’ lijstte Dyzo enkele tips op voor startende zelfstandige om zich te beschermen tegen faling. Dyzo is een vereniging zonder winstoogmerk gericht op het versterken van ondernemers in moeilijkheden.