Elkaar een ring aan de vinger schuiven, is niet alleen een teken van liefde. Je krijgt daardoor ook een aantal juridisch belangrijke rechten en plichten. Deze zijn anders in functie van het huwelijksstelsel waarvoor de gehuwden kiezen. Als je niets onderneemt val je onder het wettelijk stelsel “gemeenschap van goederen”. Maar je kan er als koppel ook voor kiezen om naar de notaris te gaan om een contract op te stellen van "scheiding van goederen". De notaris kan ook een huwelijksstelsel aanpassen om rekening te houden met de wensen van het koppel. Ieder huwelijksstelsel heeft andere financiële gevolgen voor de gehuwden.
Trouwen. Financiële gevolgen van de keuze van een huwelijksstelsel
Wie kan trouwen?
De Belgische wet stelt verschillende voorwaarden om te mogen trouwen. De belangrijkste zijn:
- Minimumleeftijd: achttien jaar
- Toestemming van de echtgenoten: beide partners moeten vrijwillig toestemmen in het huwelijk
- Gebrek aan verwantschap
- Verbod op bigamie
Een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht staat voor de wet volledig gelijk aan een huwelijk tussen personen van verschillend geslacht.
Wat zijn de rechten en de plichten van de gehuwden?
De wederzijdse rechten en plichten van gehuwden hebben te maken met:
- De bescherming van de gezinswoning. Geen van de partners kan alleen beslissen om de gezinswoning weg te schenken, te verkopen of te verhuren. En dat zelfs niet als hij of zij de enige eigenaar is.
- De bijdragen in de kosten van het samenleven. Beide partners moeten een deel van hun inkomen besteden aan huishoudelijke uitgaven.
- Het samen dragen van bepaalde schulden. Gaat een van beide partners een schuld aan voor de financiering van hun gemeenschappelijke uitgaven of voor de opvoeding van hun kinderen, dan kan de andere ook gevraagd worden om die schuld terug te betalen.
Weetje
Gehuwden kunnen door hun partner niet uit de gezinswoning worden gezet.
Wat is het "gemeenschap van goederen"?
Bij een huwelijk kunnen de partners in een huwelijkscontract kiezen hoe ze hun bezittingen en schulden onder elkaar verdelen. Doen ze dat niet, dan vallen ze automatisch onder het wettelijk stelsel: de gemeenschap van goederen. Dat voorziet in:
- Een eigen vermogen voor elk van de partners
- Een gemeenschappelijk vermogen
In grote lijnen omvat het gemeenschappelijk vermogen
- Alle inkomsten van het echtpaar. Dat zijn niet alleen de inkomsten uit werk, maar ook huuropbrengsten van bijvoorbeeld een appartement, intresten uit spaargeld en dividenden uit beleggingen.
- De intresten die betaald moeten worden zijn gemeenschappelijk. Dat geldt zelfs als een van de echtgenoten schulden maakt die niet dienen voor de financiering van de gezinsuitgaven of voor de opvoeding van de kinderen. Dan moet de andere niet opdraaien voor de terugbetaling van die schulden, maar wel voor de intresten erop. Die intresten kunnen worden terugbetaald uit het gemeenschappelijk vermogen.
- Alles wat ze tijdens het huwelijk kochten.
- De goederen waarvan niet kan worden aangetoond dat ze tot de eigen bezittingen van een van de partners behoren. Belangrijk daarvoor kan zijn of er bij de aankoop een factuur op naam werd opgesteld.
Het eigen vermogen van elk van beide partners omvat alle kapitalen en goederen die ze al vóór het huwelijk bezaten. Daar horen ook de goederen bij die ze tijdens het huwelijk kregen en erfden en de bezittingen van persoonlijke aard zoals kledij. Dat alles blijft eigendom van de partner in kwestie en maakt dus geen deel uit van het gemeenschappelijk vermogen.
Weetje
Het wettelijk stelsel kent gehuwden naast een eigen vermogen voor elk ook een gemeenschappelijk vermogen toe.
Bekijk hier de infofiche van notaris.be over de verschillende huwelijksvermogensstelsels.
Wat is de scheiding van goederen?
De echtgenoten kunnen ook kiezen voor een stelsel van scheiding van goederen. Hierbij behoren alle bezittingen en schulden slechts aan één partner toe. Er is geen gemeenschappelijk vermogen. Ze moeten dat dan wel contractueel laten vastleggen door een notaris.
Echtgenoten die trouwen met "scheiding van goederen" hebben dus meer financiële autonomie. De ene partner heeft geen zeggenschap over de goederen en schulden van de andere.
Na een scheiding valt een "scheiding van goederen" voordeliger uit voor de echtgenoot met het hoogste inkomen en de meeste bezittingen. Voor de partner met het laagste inkomen kan het stelsel dan weer rampzalige gevolgen hebben.
Dit alles kan wel getemperd worden bij de notaris. Zo kan de notaris voorstellen om een verrekenbeding toe te voegen aan het contract. Meer informatie hierover vind je in deze infofiche van notaris.be.
Weetje
De pure verdeling in het kader van een huwelijk met scheiding van goederen kan worden genuanceerd via een notariële akte.
Een scheiding van goederen betekent overigens niet dat de echtgenoten samen geen bezittingen of schulden kunnen hebben. Denk maar aan de woning die ze samen kochten of aan het geld op een gemeenschappelijke rekening. Of aan sommige schulden, gemaakt met het oog op de gezinsbehoeften zoals voor de aankoop van een wasmachine. Die hebben ze dan in "onverdeeldheid". Dat betekent dat ze nog moeten worden verdeeld of toegewezen aan een van de partners.
Bij het afsluiten van een lening zal de bank in de praktijk beide echtgenoten vragen het contract te ondertekenen. Ze kan ze dan allebei aanspreken.
Moeten we een huwelijkscontract opstellen?
Gehuwden die voor een scheiding van goederen of voor een wettelijk stelsel met aanpassingen kiezen, moeten bij de notaris een huwelijkscontract laten opstellen. Daarin leggen ze vast wie eigenaar is van welke goederen en hoe daarmee wordt omgesprongen. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld te bepalen hoe de bezittingen verdeeld worden na het overlijden van een van beide partners.
In een huwelijkscontract kan je dus aangeven:
- Welk huwelijksstelsel (scheiding van goederen of gemeenschap van goederen) je wil. Dat bepaalt aan wie de inkomsten toekomen, wie moet opdraaien voor de schulden enz.
- Welke wijzigingen je aan dat stelsel wil aanbrengen.
Is het mogelijk om een huwelijkscontract te wijzigen?
Op voorwaarde dat je allebei akkoord gaat, kan je jouw huwelijkscontract op elk moment wijzigen. Zo kan je overstappen naar een ander huwelijksstelsel of het bestaande contract aanpassen door nieuwe afspraken toe te voegen. Aanpassingen aan een huwelijksstelsel moeten bij de notaris gebeuren.
Wat als een van de echtgenoten sterft?
Wie trouwt, is juridisch beter beschermd dan wie wettelijk of feitelijk samenwoont, ook wat de erfenis betreft.
Hiervoor is het belangrijk de begrippen "blote eigendom" en "vruchtgebruik" te kennen.
- Het vruchtgebruik is het recht om van goederen gebruik te maken en van de "vruchten" te genieten. Gaat het bijvoorbeeld om een woning, dan geeft vruchtgebruik je het recht om er gratis te wonen óf om ze te verhuren en de huurgelden ervan te ontvangen.
- De blote of naakte eigenaar bezit dan weer de goederen, al kan hij de vruchten ervan niet plukken. Vaak wordt het voorbeeld van een boom aangehaald: de vruchtgebruiker krijgt de opbrengsten van de boom, de blote (of naakte) eigenaar heeft de boom zelf in bezit.
Bij een getrouwd koppel erft de langstlevende partner het vruchtgebruik op alle goederen van de nalatenschap. Dus zowel op het vastgoed (de gezinswoning, een tweede woning) als op de spaargelden en de beleggingen. De overlevende partner mag de dividenden uit aandelen innen, intresten op de spaarrekening opstrijken, inkomsten uit de verhuring van een tweede woning claimen en hij mag gratis blijven wonen in de gezinswoning, ook al was dat een eigen goed van de overledene.
De blote of naakte eigendom komt toe aan de wettelijke erfgenamen of aan wie eventueel in een testament wordt genoemd. Soms wegen de rechten van de overlevende partner zelfs zwaarder dan dat vruchtgebruik.
Dit wettelijk erfrecht kan in sommige gevallen wel beperkt worden door bijvoorbeeld schenkingen of legaten. Van belang is wel dat de langstlevende partner altijd minstens recht heeft op het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel. Dit noemt men de reserve. Deze reserve kan in waarde aangevuld worden tot de helft van de nalatenschap in vruchtgebruik.
Wikifin-tips
- Overloop samen met de notaris de verschillende bepalingen die je in een huwelijkscontract kan laten opnemen vóór je de definitieve versie laat opstellen.
- Je kan overwegen om een beschrijving van je persoonlijke bezittingen in bijlage aan het huwelijkscontract toe te voegen. Zo kan niemand achteraf betwisten dat je de eigenaar bent. Precies daarom kan je een huwelijkscontract laten opstellen, zelfs als je voor het wettelijke stelsel kiest.
Weetje
De langstlevende huwelijkspartner heeft na het overlijden van zijn partner altijd minstens recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel.