Voor elk jaar waarin je gewerkt hebt maakt de Pensioendienst volgende berekening:
[(Totaal loon x herwaarderingscoëfficiënt)/45] x gezinssituatie (60 % of 75 %)
De herwaarderingscoëfficiënt wordt gebruikt om je loon van jaren geleden te vertalen naar de huidige levensduurte. Het verkregen resultaat wordt gedeeld door 45, het aantal jaren van een volledige loopbaan. Het geheel wordt dan vermenigvuldigd met 60 % voor alleenstaanden of 75 % voor gezinnen, in functie van je gezinssituatie op het moment dat je het pensioen ontvangt.
Die formule levert een bedrag op: dat van je pensioen voor één loopbaanjaar. De Pensioendienst maakt die berekening voor ieder jaar waarin je als loontrekkende hebt gewerkt.
Op het einde van je loopbaan vertegenwoordigt de som van al die bedragen je jaarlijks brutopensioen.
Onder bepaalde voorwaarden hebben werknemers met een laag inkomen recht op een gewaarborgd minimumpensioen. Neem daarvoor contact op met de Federale Pensioendienst.