De leerlingen kiezen uit een overzicht van betaalmiddelen één of meerdere betaalmiddelen die kunnen gebruikt worden voor een specifieke aankoop. Ze houden bij hun keuze rekening met bepaalde voor-en nadelen en risico's van die betaalmiddelen.
De leerlingen beoordelen uitspraken over diverse betaalmiddelen namelijk cash, de overschrijving, betaalkaart en raadplegen hiervoor betrouwbare bronnen.
Alex, 13 jaar, gaat shoppen. Maar hoe maakt hij nu een keuze? Laat hij zich leiden door een promotieactie, een merk, de kwaliteit van een product of koopt hij waar hij zin in heeft? Alex denkt best goed na voor hij iets koopt.
De leerlingen starten met cijfers over jongeren en hun smartphones en gaan dieper in op prijzen van smartphones en telecomabonnementen. Ten slotte worden de eigenschappen van koppelverkoop bij smartphones besproken aan de hand van een kort rekeningvoorbeeld.
Aan de hand van een educatief spel leren de leerlingen spelenderwijs een startersbudget te beheren. Er wordt verder ingegaan op verschillende types budgetposten.