De leerlingen maken kennis met 3 zeer verschillende spaar- en beleggingsproducten (spaarrekening, aandeel, staatsbon) en vergelijken deze financiële producten op vlak van rendement, risico en liquiditeit.
De leerlingen lezen en interpreteren cijfers in verband met de uitgaven van een gezin. Ze bespreken het belang van het opstellen van een budget en het belang om daarin elke uitgavenpost op te nemen.
In enkele pagina’s leer je stap voor stap je loonfiche lezen en begrijpen.
Aan de hand van illustraties en concrete voorbeelden ontdek je wat elk onderdeel betekent en hoe je je nettoloon wordt berekend.
Wat zijn de verschillende soorten kaarten? Hoe werken ze, en wat zijn de verschillen? Hoe kan je veilig betalen? Ontdek alles over dit onderwerp in een paar pagina's.
In groep brengen de leerlingen de financiële situatie van hun personages in kaart. Ze bezoeken een organisatie, maken kennis met diverse regelingen en tussenkomsten die op hun fictief personage van toepassing zijn en vragen antwoorden op een aantal relevante vragen i.v.m. de financiële situatie van hun personage. De leerlingen beoordelen de antwoorden die ze krijgen en stellen hun case voor aan de klas.