De leerlingen leren over financiële markten en verschillende beleggingsproducten: aandelen, obligaties, beleggingsfondsen. Ze analyseren gedetailleerde productfiches.
De leerlingen maken kennis met 3 zeer verschillende spaar- en beleggingsproducten (spaarrekening, aandeel, staatsbon) en vergelijken deze financiële producten op vlak van rendement, risico en liquiditeit.
De leerlingen lezen en interpreteren cijfers in verband met de uitgaven van een gezin. Ze bespreken het belang van het opstellen van een budget en het belang om daarin elke uitgavenpost op te nemen.