Op basis van het verhaal “De pen van Julie” begrijpen de leerlingen het verschil tussen een behoefte hebben aan iets en zin hebben in iets. Er wordt een gesprek rond aankoopgedrag gestart: is het nodig om elk Jaar een nieuwe pen te kopen?
Om een verjaardagsfeestje te organiseren moet er van alles gekocht worden. Maar wat zal dat allemaal kosten? Heeft Tom hiervoor voldoende geld? En wanneer Tom met een briefje van € 20 betaalt aan de kassa, hoeveel zal de winkelier hem dan terugbetalen?
Alex en Kato gaan naar de koopjes om te kunnen genieten van de solden. Leerlingen rekenen na of de betalingen van Alex en Kato correct zijn. Ze vertrekken van een eenvoudige probleemstelling waarbij ze moeten rekenen met percentages om de oplossing te vinden.