Leerlingen kunnen biljetten en muntstukken herkennen en er vlot mee werken. De leerlingen kunnen aankopen doen en weten welke briefjes en of geldstukken ze moeten terugkrijgen. De leerlingen ontdekken een aantal echtheidskenmerken van geld waardoor ze echt geld van vals geld kunnen onderscheiden.
Op basis van een korte video maken de leerlingen kennis met verschillende betaalmiddelen en denken ze na over welk betaalmiddel er in welke situatie best gebruik wordt.
Aan de hand van één of meerdere video’s wordt het ontstaan van geld en de rol van een bank uitgelegd en kunnen de leerlingen op de verschillende vragen antwoorden. Hierdoor krijgen ze inzicht in het systeem van de bank en wat de betekenis is van sparen en een krediet is.
Aan de hand van een beperkt aantal gegevens maken de leerlingen een overzicht van de evolutie van de betaalmiddelen. Ze kunnen verklaren hoe het gebruik van geld evolueert doorheen de tijd. De leerlingen formuleren verklaringen over het gebruik van steeds andere betaalmiddelen.
Samen met Wikifin School, het BELvue Museum en de Nationale Bank van België heeft VRT NWS twee EDUboxen rond financiële educatie ontwikkeld. De EDUboxen zijn een educatieve tool voor de eerste graad van het middelbaar onderwijs.
Alle uitleg over de EDUboxen vind je op de website van VRT NWS.
Aan de hand van eenvoudige berekeningen kunnen de leerlingen de eenheidsprijs, totaalprijs of de prijsverschillen bepalen. Ze berekenen ook hoeveel er uiteindelijk moet betaald worden.
Aan de hand van een video leren de leerlingen enkele courante betaalmogelijkheden kennen. Ze krijgen enkele kenmerken alsook courante fraudetechnieken voorgeschoteld.
Cash of kaart? De leerlingen kunnen het meest gepaste betaalmiddel aan een bepaalde situatie linken. Ze worden uitgedaagd via debat te gaan nadenken en te beargumenteren wat de voordelen en risico’s van elk betaalmiddel zijn.
Leerlingen brengen de rol van een bank in kaart aan de hand van informatie uit een stripverhaal en artikels. Aan de hand van de artikels ontdekken leerlingen ook de begrippen nominale en reële rente, geldcreatie en de rol van de centrale bank.