Om een verjaardagsfeestje te organiseren moet er van alles gekocht worden. Maar wat zal dat allemaal kosten? Heeft Tom hiervoor voldoende geld? En wanneer Tom met een briefje van € 20 betaalt aan de kassa, hoeveel zal de winkelier hem dan terugbetalen?
Leerlingen berekenen de uitverkoopprijzen van gekochte artikelen en controleren of het kasticket correct alle kortingspercentages weergeeft. Ze bereken het totaal dat ze besparen door de uitverkoopprijzen.
Leerlingen berekenen de uitverkoopprijzen van alle artikelen in een webshop voor kleding aan de hand van kortingspercentages. Ze gaan na of ze met hun beschikbaar budget meer of minder kunnen kopen en controleren de bedragen van bestelbonnen. Ze moeten ook de veiligheid van de online website nagaan.
Ontdek in deze tekst alles wat je moet weet over de personenbelasting. Een handige samenvatting voor de leerkracht of een boeiende leestekst voor de leerlingen.
Na het lezen van verschillende artikels gaan de leerlingen op zoek naar de voor- en nadelen van online shoppen en kopen in de traditionele winkel. Kunnen we concluderen dat één van de twee vormen van winkelen beter is dan de andere?
De leerlingen kiezen uit een overzicht van betaalmiddelen één of meerdere betaalmiddelen die kunnen gebruikt worden voor een specifieke aankoop. Ze houden bij hun keuze rekening met bepaalde voor-en nadelen en risico's van die betaalmiddelen.
Aan de hand van een korte video ontdekken leerlingen wat sparen is en dat sparen interessant is omdat ze zo ook wat extra geld kunnen verdienen. De leerlingen kunnen de rente op een spaarrekening berekenen en een rekening kiezen.