De leerlingen beoordelen uitspraken over diverse betaalmiddelen namelijk cash, de overschrijving, betaalkaart en raadplegen hiervoor betrouwbare bronnen.
Met een betaalkaart kan je geld afhalen, betaal je zonder cash in de winkel of op het internet, en je geld is beschermd met een pincode, of als je contactloos betaalt met een limietbedrag. Welke soorten betaalkaarten zijn er? En waarin verschillen ze?
Eenvoudige probleemstelling waarbij de leerlingen nadenken over wat Alex van de menukaart kiest. Voor wie is het interessant om een menu of speciale promotie te kiezen dan wel om afzonderlijke gerechtjes te bestellen?
Aan de hand van eenvoudige berekeningen kunnen de leerlingen de eenheidsprijs, totaalprijs of de prijsverschillen bepalen. Ze berekenen ook hoeveel er uiteindelijk moet betaald worden.
Aan de hand van één of meerdere video’s wordt het ontstaan van geld en de rol van een bank uitgelegd en kunnen de leerlingen op de verschillende vragen antwoorden. Hierdoor krijgen ze inzicht in het systeem van de bank en wat de betekenis is van sparen en een krediet is.
Aan de hand van een korte video ontdekken leerlingen wat sparen is en dat sparen interessant is omdat ze zo ook wat extra geld kunnen verdienen. De leerlingen kunnen de rente op een spaarrekening berekenen en een rekening kiezen.
De leerlingen maken kennis met 3 zeer verschillende spaar- en beleggingsproducten (spaarrekening, aandeel, staatsbon) en vergelijken deze financiële producten op vlak van rendement, risico en liquiditeit.