Leerlingen kunnen biljetten en muntstukken herkennen en er vlot mee werken. De leerlingen kunnen aankopen doen en weten welke briefjes en of geldstukken ze moeten terugkrijgen. De leerlingen ontdekken een aantal echtheidskenmerken van geld waardoor ze echt geld van vals geld kunnen onderscheiden.
De leerlingen maken kennis met 3 zeer verschillende spaar- en beleggingsproducten (spaarrekening, aandeel, staatsbon) en vergelijken deze financiële producten op vlak van rendement, risico en liquiditeit.
Leerlingen beantwoorden meerkeuzevragen over diverse financiële onderwerpen. Zo ontdekken ze meer over intrest, enkelvoudige en samengestelde intrestberekeningen, de spaarrekening, inflatie, beleggingsproducten, diversificatie, fraude …
Hoe werkt een spaarrekening? Wat is het verschil tussen een gereguleerde en een niet-gereguleerde spaarrekening? Welk rendement levert het op? Welke bescherming heb je? Ontdek alles over dit onderwerp in een paar pagina's.
Ontdek in deze tekst alles wat je moet weet over het consumentenkrediet. Een handige samenvatting voor de leerkracht of een boeiende leestekst voor de leerlingen.
Alex, 13 jaar, gaat shoppen. Maar hoe maakt hij nu een keuze? Laat hij zich leiden door een promotieactie, een merk, de kwaliteit van een product of koopt hij waar hij zin in heeft? Alex denkt best goed na voor hij iets koopt.