De leerlingen leren over financiële markten en verschillende beleggingsproducten: aandelen, obligaties, beleggingsfondsen. Ze analyseren gedetailleerde productfiches.
In groep brengen de leerlingen de financiële situatie van hun personages in kaart. Ze bezoeken een organisatie, maken kennis met diverse regelingen en tussenkomsten die op hun fictief personage van toepassing zijn en vragen antwoorden op een aantal relevante vragen i.v.m. de financiële situatie van hun personage. De leerlingen beoordelen de antwoorden die ze krijgen en stellen hun case voor aan de klas.
Met het spel ABC van het Budget kopen de leerlingen van het 1ste en 2de leerjaar zelf hun schoolspullen en leren ze zo een budget te beheren. Ze moeten keuzes maken en leren het onderscheid tussen behoeften en wensen.
De leerlingen kiezen uit een overzicht van betaalmiddelen één of meerdere betaalmiddelen die kunnen gebruikt worden voor een specifieke aankoop. Ze houden bij hun keuze rekening met bepaalde voor-en nadelen en risico's van die betaalmiddelen.
Op basis van een korte video maken de leerlingen kennis met verschillende betaalmiddelen en denken ze na over welk betaalmiddel er in welke situatie best gebruik wordt.