Dat hangt af van het gekozen huwelijksstelsel (gemeenschap van goederen, scheiding van goederen en specifieke bepalingen in het huwelijkscontract). Wie geen huwelijkscontract afsluit, valt automatisch onder het wettelijk stelsel.
Over het algemeen moeten de echtgenoten, ongeacht het huwelijksstelsel, samen instaan voor schulden die worden aangegaan om de gewone gezinsuitgaven en de opvoeding van de kinderen te financieren. Gehuwden zijn eveneens aansprakelijk voor elkaars belastingschuld, ongeacht het stelsel waarin ze gehuwd zijn. De fiscus kan in principe dus het gemeenschappelijk vermogen en de eigen vermogens van de echtgenoten hiervoor aanspreken. Via een notariële akte kan het eigen vermogen hiervan worden uitgesloten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft deze solidariteit tussen echtgenoten opgeheven, maar enkel voor gewestelijke belastingen (onroerende voorheffing, verkeersbelasting …).
Het wettelijk stelsel of "gemeenschap van goederen"
Trouwt een echtpaar met gemeenschap van goederen, dan worden de schulden van vóór het huwelijk als "persoonlijk" beschouwd. Met andere woorden: De partner die de schulden niet aanging, kan niet worden verplicht ze terug te betalen.
Ook de schulden die worden aangegaan om goederen van een van beide partners veilig te stellen, worden als persoonlijk beschouwd. Denk bijvoorbeeld aan een factuur voor de herstelling van het dak van een woning waarvan slechts een van de partners eigenaar is. Die uitgave gebeurt om de bezittingen van die ene partner in stand te houden.
Gemeenschappelijke schulden mogen daarentegen zowel op het gemeenschappelijk vermogen als op de eigen vermogens van de echtgenoten worden verhaald.
Worden als gemeenschappelijk beschouwd:
- Schulden die na het huwelijk worden gemaakt door beide partners.
- Intresten op persoonlijke schulden.
- Schulden aangegaan door een van de echtgenoten voor de behoeften van het gezin en de opvoeding van de kinderen of in het belang van het gemeenschappelijk patrimonium (gas- of elektriciteitsfactuur, huur, enz.)
- De schulden waarvan men niet kan bewijzen dat ze eigen zijn aan een van de echtgenoten
- De schulden die wegen op schenkingen of erfenissen gedaan aan de twee echtgenoten of aan één van hen op voorwaarde dat de geschonken of nagelaten goederen in het patrimonium worden opgenomen