Een budget is een gedetailleerd overzicht van enerzijds je inkomsten en anderzijds je uitgaven.
- Je inkomsten. Wat staat er aan het einde van de maand op je loonbrief? Hoeveel kindergeld ontvang je?
- Je uitgaven. Dit gaat over de kleine, dagelijkse uitgaven zoals die dagelijkse cappuccino op weg naar het werk, maar het gaat ook over hoeveel je wekelijks uitgeeft in de supermarkt, hoeveel je maandelijks betaalt aan energie, aan je woonlening of je huishuur. Daarbij komt ook nog het bedrag dat je jaarlijks spaart voor je pensioen, het budget dat je aan vakantie besteedt en hoeveel je aan verzekeringspremies betaalt.
- Je spaarbuffer. Het is een goed idee om een spaarreserve aan te leggen. Dat doe je best op een spaarrekening, zodat het geld onmiddellijk beschikbaar is als je het nodig hebt. Het geld dat je opzijlegt voor geplande uitgaven brengt op die manier een beetje intrest op en je kan het hoofd bieden aan onvoorziene uitgaven, bijvoorbeeld voor herstellingen. Er bestaat geen ijzeren regel over hoe groot die reserve moet zijn. Dat hangt af van je inkomsten en je uitgaven. Vaak wordt aangeraden om minstens drie- tot zesmaal je maandelijkse netto-inkomen als reserve op je spaarrekening te hebben.
Een budget is een handig hulpmiddel om inzicht te krijgen in je persoonlijke of gezinsfinanciën. Door een budget op te stellen, dwing je jezelf om na te denken over hoe je in het dagelijks leven met geld omgaat.
