De Wikifin-budgettool is een handig instrument om je budget op te stellen.
Hou er rekening mee dat het tijd en voorbereiding vergt om een budget goed in te vullen. Voordat je eraan begint, noteer je best een maand al je inkomsten en uitgaven. Verzamel minstens volgende informatie:
- De inkomsten per maand. Veel voorkomend zijn: loon of werkloosheidsuitkering, kindergeld, vakantiegeld, eindejaarspremie, intresten op spaargeld, dividenden uit beleggingen, de huuropbrengst van een appartement dat je verhuurt.
- De uitgaven. Ze omvatten zowel kleine, dagelijkse uitgaven als grote maandelijkse of jaarlijkse kosten. Enkele voorbeelden: de huishuur, de afbetaling van een woonlening, je gsm-factuur, een autoverzekering. Probeer ook een overzicht te maken van hoeveel je gemiddeld spendeert in de supermarkt, aan kledij, tanken en schoolfacturen.
- Neem ook je spaargeld op in het budget. Daarmee zal je uitzonderlijke uitgaven moeten financieren, zoals de aankoop van een nieuwe auto.