Contant geld is het oudste betaalmiddel ter wereld. In de Oudheid werd al betaald met gouden en zilveren munten, in de zeventiende eeuw zagen bankbiljetten het licht. Munten en biljetten noemen we cash. Of ook nog: contant of baar geld.
Contant of cash geld
Euromunten en -biljetten
Op 1 januari 2002 ruilden we de Belgische frank in voor de euro. Sinds die dag kan je in alle landen van de eurozone met de Europese eenheidsmunt betalen.
- Er zijn acht euromunten: van 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent en van 1 en 2 euro. Ze hebben alle een Europese zijde die in alle landen dezelfde is. Daarnaast hebben ze een nationale zijde, die in elk land anders is.
- Tevens zijn er zeven eurobiljetten: van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro. Dit laatste biljet wordt sinds 27 april 2019 niet meer aangemaakt, maar de biljetten die in omloop zijn, blijven een wettelijk betaalmiddel. De eurobiljetten zijn in alle landen van de eurozone aan beide zijden hetzelfde, met uitzondering van het unieke biljetnummer.
Alle euromuntstukken en alle eurobiljetten zijn in alle landen van de eurozone geldig.
Kan het gebruik van cash worden geweigerd?
Cash, bankbiljetten en munten zijn een wettig betaalmiddel dat niet zomaar geweigerd mag worden. Er zijn slechts enkele uitzonderingen waarbij een handelaar of schuldeiser een betaling met cash niet hoeft te aanvaarden:
- Als je eurobiljet niet in verhouding staat tot je aankoop. Bijvoorbeeld als je een pakje kauwgom wil betalen met een briefje van 200 of van 500 euro.
- Als de handelaar ernstige redenen heeft om te vermoeden dat het bankbiljet vals is.
- Als je met een beschadigd biljet wil betalen.
- Als de handelaar voorafgaand aan de aankoop duidelijk kenbaar maakt dat hij geen cash aanvaardt wegens een uitzonderlijke en tijdelijke veiligheidsbehoefte in de betrokken buurt. De handelaar moet een geldige reden vermelden, bijvoorbeeld dat hij onvoldoende kasgeld kan aanhouden of dat de aanwezigheid van een grote hoeveelheid contant geld een concreet, fysiek beveiligingsrisico vormt.
Limieten voor het gebruik van cash
Om fraude tegen te gaan en om zwart geld te bestrijden, heeft de overheid beslist om het gebruik van cash geld te beperken:
- Is de aankoopprijs lager dan 3000 euro, dan mag je de aankoop met cash geld betalen.
- Ligt de aankoopprijs hoger dan 3000 euro, dan mag je maximaal 3000 euro cash betalen. Meer info hierover vind je op de website van de FOD Economie.
- Bij de aankoop van onroerende goederen zoals een huis of een bouwgrond, mag sinds 2014 niets meer cash betaald worden.
De voor- en nadelen van cash
In onze moderne maatschappij, en zeker sinds de coronacrisis zit elektronisch betalen sterk in de lift. Toch is de rol van cash niet uitgespeeld. We zetten de voor- en nadelen even op een rijtje.
Nadelen:
- Geld kan gestolen worden of je kan het verliezen.
- Op contant geld ontvang je geen intrest zoals op een spaarrekening.
- Munten en biljetten kunnen worden nagemaakt, ook al hebben de eurobiljetten maar liefst zeven beveiligingskenmerken. Er staan zware straffen op het namaken van munten en biljetten.
- Biljetten en munten verslijten of kunnen beschadigd worden. Een beschadigd biljet kan je inwisselen bij de bank of bij de Nationale Bank van België op voorwaarde dat je nog meer dan de helft van het biljet hebt (met het nummer).
- Het gebruik van cash gaat minder snel: muntjes en biljetten moeten worden geteld en er moet wisselgeld worden gebruikt.
Voordelen:
- Cash is een zeer laagdrempelig betaalmiddel. Het gebruik ervan vergt geen technische vaardigheden.
- Cash is een betaalmiddel dat universeel wordt aanvaard en dat in de meeste gevallen niet kan worden geweigerd.
- Ook al zijn handelaars sinds 1 juli 2022 verplicht om minstens één digitale betaalwijze aan te bieden, toch is het altijd nuttig om wat cash geld ter beschikking te hebben. Het is vaak handiger om bepaalde kleine aankopen, bijvoorbeeld op de markt, met cash te betalen. En als je kaart gestolen of geblokkeerd werd, kan je zo bijvoorbeeld de tijd overbruggen tot je een nieuwe kaart krijgt.
- Wanneer de betaalterminal van de handelaar defect of buiten werking is, komt contant geld goed van pas.
- Vooral voor jonge kinderen wordt budgetbeheer een stuk eenvoudiger als je eerst met biljetten of munten werkt. Een traditionele spaarpot kan dus een handig hulpmiddel zijn.
De afrondingsregels voor betalingen met cash geld
Sinds 1 december 2019 moeten cash betalingen afgerond worden tot op 5 cent. Zo moet het aantal munten van 1 en 2 cent verminderen. En minder munten produceren, bespaart weer wat kosten.
Kijk naar het laatste cijfer op het totaalbedrag van je kasticket:
- 0,01 en 0,02 worden naar beneden afgerond naar 0 cent
- 0,03, 0,04, 0,06 en 0,07 worden afgerond naar 5 cent
- 0,08 en 0,09 worden naar boven afgerond naar 10 cent
Voorbeeld: Bedraagt je rekening 10,16 euro, dan moet je uiteindelijk 10,15 euro betalen. Bedraagt ze 20,18 euro, dan moet je 20,20 euro neertellen
Alleen het totaalbedrag wordt afgerond. Dat moet duidelijk te zien zijn op het kasticket waarop zowel het totale bedrag als het afgeronde bedrag vermeld zijn. Handelaars mogen niet de prijs van elk artikel afzonderlijk afronden. Bovendien mag enkel het bedrag dat effectief cash betaald wordt, afgerond worden, ook als de klant een deel met een ander betaalmiddel betaalt. Meer informatie over het afronden van cashbetalingen vind je op de website van de FOD Economie.
Op welke betaalmiddelen zijn de afrondingsregels van toepassing?
De afrondingsregels zijn enkel van toepassing op cashbetalingen op voorwaarde dat:
- De klant en de handelaar fysiek aanwezig zijn bij de betaling.
- Het te betalen bedrag meer dan 5 cent bedraagt.
Handelaars zijn vrij om de geldende afrondingsregels ook toe te passen als er op een andere manier betaald wordt, bijvoorbeeld met een bankkaart. De handelaar is dan wel verplicht om voor alle klanten dezelfde regels te hanteren en om duidelijk te afficheren dat het totaalbedrag altijd wordt afgerond.
Afronden is niet toegelaten bij:
- Verkoop op afstand via het internet
- Betalingen met maaltijdcheques
- Betalingen met ecocheques
- Betalingen met waardebonnen
- Betalingen via overschrijving
Merk op dat deze regels niet gelden voor een verkoop tussen particulieren onderling of tussen ondernemingen.
Wat met je muntjes van 1 en 2 cent?
Je hoeft je “rosse” centjes niet naar de bank te brengen, ze blijven een wettig betaalmiddel. Een handelaar mag ze dus niet weigeren. Let er wel op dat je met een redelijke hoeveelheid muntjes betaalt. Het maximum ligt op 50 muntjes per betaling.
Indien je de centjes toch kwijt zou willen, heb je volgende mogelijkheden:
- Geef ze af in je bankkantoor of bij de Nationale Bank.
- Schenk ze aan een goed doel. Er zijn heel wat verenigingen die inzamelacties van "rosse" muntjes organiseren.
- In sommige winkels of supermarkten kan je de muntjes laten omzetten in een aankoopbon.
Wikifin-tip
Wees op je hoede voor nagemaakte bankbiljetten. Je vindt een overzicht van de echtheidskenmerken op de website van de Europese Centrale Bank. Zo kan je vals geld van echt onderscheiden.